Een ogenblik geduld a.u.b.

FAQ

  • 1. Hoe werkt het dashboard?

    Via de website wordt u doorgelinkt naar de dashboards van verschillende doelgroepen en thema’s. In het dashboard kunt u bovenin een vergelijking maken tussen de cijfers van verschillende gebieden. U vergelijkt bijvoorbeeld de cijfers van uw eigen gemeente met de cijfers van een buurgemeente, of met regionale, provinciale of landelijke referentiecijfers. Voor sommige indicatoren is het mogelijk om de resultaten op wijkniveau te bekijken.  Indien er trends beschikbaar zijn over meerdere jaren, worden deze ook weergegeven in het dashboard. Ook worden sommige resultaten uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, sociaal-economische status (SES) of onderwijstype.

  • 2. Wat is het verschil tussen het dashboard en de databank?

    In de dashboards wordt een selectie van de belangrijkste resultaten van een bepaald onderwerp weergegeven. Door op een bepaalde grafiek te klikken, wordt u doorgeleid naar de achterliggende databank waarin alle gegevens opgenomen zijn. Is een bepaalde grafiek bijvoorbeeld niet uitgesplitst naar leeftijd, maar bent u wel geïnteresseerd in het verschil tussen bepaalde leeftijdsgroepen, dan kunt u deze verdiepende cijfers via de databank raadplegen. U kunt de databank ook rechtstreek benaderen via de knop bovenin de balk van de website.

  • 3. Hoe kan ik de grafieken uit het dashboard printen?

    U kunt de grafieken printen door er met de rechtermuisknop op te klikken en vervolgens voor afdrukken te kiezen.

  • 4. Hoe kan ik de grafieken uit het dashboard delen met anderen?

    Via het icoontje “deel een link” rechtsboven kunt u de grafieken delen via Facebook, LinkedIn, Twitter, of e-mail.

  • 5. Hoe kan ik de grafieken uit het dashboard downloaden?

    Via het icoontje “pijltje naar beneden” rechtsboven kunt u de grafieken in het dashboard en de achterliggende data downloaden als PDF, Excel en CSV bestand.

  • 6. Hoe kan ik grafieken uit het dashboard overnemen in mijn eigen (beleids)documenten of presentaties?

    Als u in het dashboard met de linkermuisknop op een grafiek klikt, verschijnt de grafiek in een iets andere vorm in een apart scherm. In dit scherm klikt u linksonder op het icoontje van de databank. In de databank heeft u zeer veel mogelijkheden om grafieken naar eigen wens samen te stellen en op te maken. Vervolgens kunt u de grafieken opslaan in verschillende bestandstypen (bijvoorbeeld als afbeelding ), zodat u deze kunt gebruiken in uw eigen beleidsdocumenten of presentaties.
  • 7. Waar vind ik meer achtergrondinformatie, bijvoorbeeld hoe de vragen precies gesteld zijn?

    Als u in het dashboard met de linkermuisknop op een grafiek klikt, verschijnt de grafiek in een iets andere vorm in een apart scherm. In dit scherm klikt u bovenaan op het tabblad “meer informatie”. Hier kunt u vervolgens onderaan klikken op “meer info”. Er opent dan een PDF waarin precies beschreven staat hoe het thema is uitgevraagd en wat de herkomst van de vraagstelling is.

    Achtergrondinformatie over de verschillende onderzoeken die wij uitvoeren, vindt u bovenaan de webpagina onder het kopje “leeswijzer”.
  • 8. Uit welk jaar komen de cijfers en hoe vaak worden de cijfers geüpdatet?

    In de dashboards staan altijd de meest recente cijfers die er op dat moment beschikbaar zijn. Het jaartal waaruit de cijfers afkomstig zijn, staat in iedere grafiek erbij vermeld. Dit kan per thema verschillend zijn. Sommige cijfers worden jaarlijks geüpdatet zoals bijvoorbeeld de jaarcijfers JGZ. Andere cijfers worden 1x per 4 jaar geüpdatet zoals de Gezondheidsmonitors. Sommige onderzoeken worden eenmalig uitgevoerd en krijgen geen vervolg.
  • 9. Waarom worden er voor sommige onderwerpen wel landelijke referentiecijfers getoond en voor andere niet?

    Sommige onderzoeken, zoals de Gezondheidsmonitors, worden door alle GGD’en in Nederland op dezelfde manier en op hetzelfde tijdstip uitgevoerd. Er wordt een landelijke basisset aan vragen vastgesteld, die alle GGD’en uitvragen en waarvoor dan ook landelijke referentiecijfers beschikbaar zijn. Daarnaast heeft iedere individuele GGD de mogelijkheid om extra facultatieve vragen toe te voegen voor de eigen regio. Voor deze facultatieve vragen zijn geen landelijke referentiecijfers beschikbaar.

  • 10. Waarom worden er voor sommige onderwerpen wel provinciale referentiecijfers getoond en voor andere niet?

    De GGD Limburg-Noord werkt nauw samen met de GGD Zuid Limburg. Waar mogelijk stemmen beide GGD’en de onderzoeken dusdanig op elkaar af, dat er ook provinciale (Limburgse) referentiecijfers beschikbaar komen. Er zijn echter ook gegevens die door beide GGD’en op een andere manier verzameld worden, bijvoorbeeld de cijfers afkomstig uit de Jeugdgezondheidszorg. In dat geval is het niet mogelijk om provinciale referentiecijfers te tonen.

  • 11. Kan ik ook mijn eigen dashboard samenstellen?

    Ja, dat kan. U kunt uw eigen favorieten samenstellen door in het dashboard bij een onderwerp naar keuze rechtsboven op het sterretje te klikken. Op het beginscherm van het dashboard ontstaat dan een favorieten tegel waarin de gekozen onderwerpen terug te vinden zijn. Zo kunt u uit verschillende dashboards uw eigen onderwerpen kiezen en bij elkaar zetten.

  • 12. Het onderwerp waar ik iets over wil weten staat er niet bij.

    In een dashboard wordt een selectie getoond van de meest belangrijke resultaten. In de onderliggende databank kunt u alle beschikbare cijfers raadplegen, bijvoorbeeld ook uitsplitsingen naar geslacht, leeftijd, sociaal-economische status (SES) of onderwijstype en data van voorgaande jaren. Kunt u het onderwerp ook in de databank niet vinden? Neem dan contact met ons op via onderzoek@vrln.nl.

  • 13. De cijfers van de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen op gemeente en wijk- / buurtniveau verschillen van de cijfers die op de website van het RIVM vermeld staan, hoe kan dat?

    Beleidsmakers hebben behoefte aan cijfers op wijkniveau, zodat mogelijke gezondheidsverschillen binnen een gemeente zichtbaar worden. De GGD Limburg-Noord heeft daarom in sommige wijken de steekproef opgehoogd (d.w.z. meer vragenlijsten uitgezet), zodat er voor deze wijken ook wijkcijfers beschikbaar komen. Vanwege de hoge kosten van het uitzetten van extra vragenlijsten was dit echter niet voor alle wijken mogelijk en zijn er voor sommige wijken geen wijkcijfers beschikbaar. Om deze lacune op te vullen, heeft het RIVM een methode ontwikkeld om wijkcijfers te schatten, op basis van rekenkundige modellen die gebaseerd zijn op de achtergrondkenmerken van de bewoners van een wijk (leeftijd, geslacht, herkomst, huishoudsamenstelling, opleidingsniveau, inkomen en woningtype). Deze schattingsmethode heet SMAP: SMall Area estimates for Policymakers. Het SMAP-model heeft dus als doel om cijfers te kunnen berekenen op wijk- en buurtniveau, ook voor wijken waarvoor de steekproef niet is opgehoogd. De gemeentecijfers en landelijke cijfers op de SMAP website zijn via hetzelfde statistische model berekend om als referentiecijfer te kunnen fungeren voor de wijk- en buurtcijfers. Deze SMAP cijfers kunnen afwijken van de gemeente- en landelijke cijfers die direct uit de Gezondheidsmonitor 2016 komen, omdat ze volgens een andere methode berekend zijn. Voor het doen van dit soort schattingen zijn grote aantallen respondenten nodig. Hoe meer respondenten er zijn, hoe minder er geschat hoeft te worden en hoe beter de cijfers zijn. De SMAP methode is dus geen vervanging voor de vragenlijsten die uitgezet worden door de GGD’en. Zowel de GGD als het RIVM publiceren dus gemeente- en wijkcijfers op basis van de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen, maar door de methode van berekenen kunnen de cijfers iets afwijken van elkaar. Het voordeel van de cijfers van de GGD is dat zij naast de landelijke basisvragen ook een groot aantal extra facultatieve thema’s bevatten op gemeente niveau en waar mogelijk ook op wijkniveau. Het voordeel van de RIVM SMAP cijfers is dat zij wijkcijfers voor alle wijken bevatten, maar dan alleen voor de landelijke basisvragen. Afhankelijk van het doel waarvoor u de cijfers wil gebruiken, dient u een keuze te maken tussen beiden methoden. Mocht u daarbij advies nodig hebben, neem dan contact met ons op via onderzoek@vrln.nl.